Deze component richt zich op competenties die specifiek zijn voor het domein Nederlands als Vreemde Taal (NVT) op het gebied van: taal (mate van beheersing van Nederlands en kennis van (variaties in) het Nederlands); cultuur (kennis van cultuur in het Nederlandse taalgebied); materialen (kennis en gebruik van geschikte leermiddelen); contact (met cursisten, collega’s en moedertaalsprekers).
Bij pedagogisch-didactische competenties gaat het om vaardigheden op het gebied van lesplanning, lesgeven, diagnostiek en ICT. Lesplanning betreft zaken als het vaststellen van leerdoelen op korte en lange termijn, lesopbouw en het uitzetten van een leerlijn. Bij lesgeven gaat het om communicatieve en instructievaardigheden, kennis en inzet van werkvormen, klasmanagement en leerbegeleiding. Diagnostische vaardigheden hebben betrekking op niveaubepaling, evaluatietechnieken en het geven van feedback. Digitale vaardigheden betreffen kennis en inzet van digitale middelen en online lesgeven.
In dit deel van het profiel staan competenties centraal die te maken hebben met enerzijds uiteenlopende sociale aspecten, zoals omgang met cursisten en collega’s, en anderzijds reflexieve aspecten, waaronder reflectie op de eigen lespraktijk en de rol als docent.
Elke competentie wordt gescoord op een vierpuntsschaal, die loopt van het niet beheersen van de betreffende vaardigheid tot volledige beheersing daarvan. Als een competentie niet van toepassing is, kan dat in een vijfde kolom worden aangegeven
Fase 1: Je beheerst de competentie nog niet.
Fase 2: Je beheerst de competentie niet volledig. Je doet moeite voor deze competentie, maar je bereikt niet altijd het gewenste resultaat.
Fase 3: Je beheerst de competentie goed, maar er is nog ruimte voor verbetering.
Fase 4: Je beheerst de competentie volledig.
Wij maken op deze website gebruik van cookies. Meer informatie.
De cookies worden niet gebruikt voor commerciële doeleinden, zoals het tonen van advertenties.
Aanvaarden