Je spreekt zonder moeite Nederlands in de verschillende communicatieve situaties binnen de klascontext (o.a. instructietaal, begeleiding van het leerproces, het geven van feedback).
Je kent en volgt de cultuur van de Nederlandse taalgebieden (bv. de belangrijkste symbolen, persoonlijkheden, actualiteiten, evenementen, taaleigenheden, historische momenten).
Je stimuleert de leerders om ook buiten de klascontext contact te hebben met het Nederlands (bv. via films, liedjes, televisieprogramma’s, boeken, kranten, websites).
Je hebt contact met andere docenten Nederlands (ook buiten de eigen instelling) en met andere referentiepersonen en organisaties in het NVT- en NT2-domein.
Dan kan je deze pagina afdrukken (CTRL+P) en opslaan als pdf. Let op: voor een optimale weergave moet je de schaal aanpassen en het vakje ‘achtergrondillustraties’ aanvinken.